Risicomanagement

Aan het borgstelsel van het WfZ zijn juridische en financiële consequenties gekoppeld. Het WfZ kiest voor een evenwichtige balans te zorgen tussen een ruimhartig garantiebeleid en het beperken van de risico's.

Het risicomanagement is erop gericht dat we, zonder een beroep te doen op obligo en achterborg, eventuele claims kunnen opvangen. Dit doen we door een zorgvuldige afweging van de risico’s door middel van:

  • Selectieve toelating: om in aanmerking te komen voor borging moet een zorginstelling de zaken goed op orde hebben en goede toekomstperspectieven hebben.
  • Onderbouwing borgingsverzoek via businessplan: borging wordt alleen verstrekt voor investeringen waarvan het nut en de noodzaak, de financiële haalbaarheid en de betaalbaarheid zijn aangetoond in een businessplan.
  • Reglement van deelneming: zorginstellingen die borging van het WfZ ontvangen, verbinden zich aan het Reglement van Deelneming. Hierin staan de rechten en plichten van het WfZ en de deelnemers.
  • Periodieke herbeoordeling: twee keer per jaar wordt de kredietwaardigheidssituatie van alle deelnemers opnieuw beoordeeld. Zo kan het WfZ eventuele financiële problemen op tijd signaleren.
  • Verscherpte bewaking: deelnemers waar sprake is van zorgwekkende ontwikkelingen worden onder verscherpte bewaking geplaatst.
  • Borgingsplafond: dit is het maximale bedrag dat een deelnemende instelling aan borging kan ontvangen. Het WfZ hanteert dit plafond om te kunnen garanderen dat we onze afspraken nakomen, zelfs in het geval dat meerdere deelnemers niet meer aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen.
  • Risicospreiding: het WfZ borgt doorgaans slechts een deel van het investeringsbedrag. Voor het WfZ, en daarmee alle deelnemers, is het wenselijk dat een deel van de financiering ongeborgd wordt verstrekt door een bank. Bovendien kan een zorginstelling in financiële problemen geen beroep doen op het WfZ en is voor extra krediet aangewezen op een bank. Verder kan het WfZ formeel alleen maar borging verstrekken op leningen ten behoeve van investeringen in 'zaken' ('materieel vast actief').
  • Zekerheden: bij borging vestigt het WfZ zekerheden door middel van het inschrijven van hypotheekrecht op vastgoed en pandrecht op roerende zaken en inventarissen. In geval van faillissement van een deelnemer zorgt de verkoopopbrengst van de verzekerde goederen voor een (gedeeltelijke) dekking van de schade aan het WfZ.

Lees verder